Reducerende factor. Reductiefactor berekening

2024 Auteur: Howard Calhoun | [email protected]. Laatst gewijzigd: 2023-12-17 10:36

De reductiefactor is de waarde waarmee de basiswaarde wordt vermenigvuldigd om het resultaat te verminderen. Het wordt gebruikt in verschillende sectoren van de economie: bouw, belastingen, elektrotechniek en zelfs de gezondheidszorg. Overweeg de opties voor het gebruik ervan in meer detail.

Standaardpatroon

In 2017 zijn bepalingen in werking getreden met betrekking tot de toepassing van een reductiefactor bij de berekening van pensioenen voor militairen. Zoals gebruikelijk zijn het minimumaantal anciënniteit en het aantal coëfficiënten dat nodig is om het pensioen te berekenen verhoogd. Om in 2017 met pensioen te gaan, moet je 11,4 punten en 8 dienstjaren hebben. Pensioenen worden toegekend aan ambtenaren op de leeftijd van 55,5 (W) en 60,5 jaar (M), op voorwaarde dat ze vijftien en een half jaar in de staatsstructuur hebben gediend. Zelfstandige categorieën van de bevolking moeten 23,4 duizend roebel overboeken naar de begroting voor het jaar. in de vorm van bijdragen aan de OPS.

Alle sociale uitkeringen moeten jaarlijks worden geïndexeerd met de inflatie van het voorgaande jaar. Door het gebrek aan budgettaire middelen besloot de regering het pensioensparen met slechts 4% te indexeren en te betaleneenmalige 5000 wrijven. aan alle personen die op 31 december 2016 als gepensioneerden zijn vermeld. De betaling vond plaats volgens een speciaal schema van 13 tot 28 januari. De inflatie bedroeg in 2016 5,4% en de sociale uitkeringen werden met 5,8% geïndexeerd.

Volgens Rosstat is het aantal werkende gepensioneerden 36% van hun totale aantal. Er wordt aangenomen dat dergelijke categorieën burgers beter af zijn, omdat ze naast hun salaris ook een pensioen ontvangen. Daarom worden sociale uitkeringen voor dergelijke burgers pas geïndexeerd als ze stoppen met werken.

Militaire pensioenen

De verhoging van de betalingen aan militair personeel wordt gerealiseerd door hun salarissen te verhogen, de coëfficiënt te verlagen, het verzekeringspensioen te indexeren op basis van inflatie en dienstjaren. Deze regel is van toepassing op medewerkers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, de Federale Penitentiaire Dienst, het Ministerie van Noodsituaties, enz.

Pensioenen voor militairen zijn onderverdeeld in 3 soorten:

• Voor dienst van meer dan 12 jaar en 6 maanden in militaire dienst.
• Bij verlies van een kostwinner wordt een pensioen uitgekeerd aan de kinderen en familieleden van een militair.
• Handicap wegens ziekte of dienst.

Geldtoelage is het salaris van een militair, dat bestaat uit een tarief en toeslagen. Deze laatste worden maandelijks op het salaris bijgeschreven voor:

• duur van dienst - 10-40%;
• klassiek - 5-30%;
• werk met geheime informatie - 65%;
• service onder speciale voorwaarden - tot 100%;
• gewetensvolle taakuitvoering - tot 300% per jaar.

Geadopteerd in 2012De reductiefactor voor gepensioneerd militair personeel is niet van toepassing op militaire rechters, openbare aanklagers, rechercheurs en federale ambtenaren.

In 1993 werd een verminderingscoëfficiënt van pensioen tot geldelijke vergoeding (DD) vastgesteld op het niveau van 53%. Het stijgt jaarlijks met 2%. In 2017 werd de verhoging van de militaire pensioenen doorgevoerd door de DD te verhogen tot 72,23%. Militaire gepensioneerden ontvingen in 2017 ook een eenmalige betaling van 5.000 roebel

Voorbeeld 1

Een militair in de functie van pelotonscommandant gaat met pensioen met een salaris van 20.000 roebel. Voor de rang van kapitein stijgt zijn salaris met 11 duizend. De bonus voor 22 dienstjaren is 30%:

(20 + 11) x 0, 30=9,3 duizend roebel

De basis voor de berekening van het pensioen is 20 + 11 + 9, 3=40,3 duizend roebel.

Vervolgens wordt het bedrag van de vergoeding aangepast voor coëfficiënten. Bij een diensttijd van meer dan 20 jaar wordt een opslag van 50% van het salaris voorzien. Voor elk jaar na de 20e komt daar nog eens 3% bij. In ons geval is de premie 56%. De resulterende waarde wordt aangepast met een reductiefactor, die in 2017 64% is:

40, 3 x 0,56 x 0,64=RUB 14.443

Vervolgens wordt de districtscoëfficiënt toegepast, bijvoorbeeld in het Krasnodar-gebied is het 1, 3. We hebben:

14,443 x 1,3=18,775.9 roebel – de hoogte van het opgebouwde pensioen.

Geplande wijzigingen

In 2017 waren er 45 miljoen gepensioneerden. De gemiddelde levensverwachting is iets meer dan 72 jaar. Daarom is de kwestie van het verhogen van de pensioenleeftijdonvermijdbaar. In 2017 wordt het alleen voor ambtenaren verhoogd naar 60 jaar voor vrouwen en 65 jaar voor mannen. Net als voor andere categorieën burgers, zal deze kwestie worden behandeld na de presidentsverkiezingen in 2018.

Volgens analisten zal de inflatie in 2017 4% bedragen. De betalingen in 2018 worden geïndexeerd met het overeenkomstige bedrag. Reeds vandaag bevat het PFR-budget de indexatie van sociale pensioenen voor 3 jaar vooruit:

• 2017- 1,5%;
• 2018 - 4,5%;
• 2019 – 9,6%.

Gebruik van reductiecoëfficiënten in ERU's

In 2015 werd een wet aangenomen die betrekking had op het verminderen van de belastingdruk op ondernemers en het afzwakken van de lonen van werknemers. Geschillen over de geschiktheid van het document verdwijnen niet, evenals vragen over de berekening van de indicator.

De reductiefactor in ERU's is het bedrag waarmee de betaling van de sociale premie wordt verminderd. De indicator wordt aangegeven tot op het dichtstbijzijnde duizendste. De minimumgrootte is 0,4. De "preferentiële" waarde is van toepassing op salarissen, bonussen, betalingen op grond van burgerlijke contracten, zwangerschapsbijstand en invaliditeitsuitkeringen. Om een dergelijke coëfficiënt toe te passen, moet tegelijkertijd aan drie vereisten worden voldaan:

• Verhoog het premie-inkomen in de verslagperiode met 1 persoon met minimaal 20%.
• De gemiddelde maandelijkse betaling per persoon zou niet moeten dalen in vergelijking met het voorgaande jaar.
• Het totale aantal verzekerden mag niet twee keer hetzelfde zijn voorvorig jaar.

Aangezien ondernemers alle belastingen in 1C berekenen, laten we eens kijken hoe de verminderingscoëfficiënt in dit programma wordt berekend.

Berekening van belasting in 1C

Allereerst moet u het salaris van alle werknemers berekenen. Op basis van deze waarde wordt de waarde van de coëfficiënt berekend. Berekeningen worden gemaakt op het tabblad Salarisbijdragen van het Salarisdocument.

Bij de volgende stap moet u een nieuwe vermelding toevoegen aan het informatieregister "Fondsen van loonbijdragen". Door op de knop "Berekenen op indicatoren" te klikken, worden de gemiddelde basis van ERU's voor het lopende jaar, voor het afgelopen jaar en de reductiecoëfficiënt berekend. Voordat u deze voorwaarden kunt toepassen, moet u gegevensvalidatie uitvoeren. Als aan alle wettelijke vereisten is voldaan met de toegepaste coëfficiënt, wordt een selectievakje weergegeven onderaan het document tegenover elk van de parameters. Als aan ten minste één van de voorwaarden niet wordt voldaan, kan de reductiefactor niet worden toegepast. Standaard is de waarde van de indicator "1". Alle berekeningen in de tabel zullen handmatig moeten worden aangepast. Vervolgens moet u het tabblad "Bijdragen aan de salarisadministratie" opnieuw vullen met behulp van de verwerking "Assistent voor het herberekenen van bijdragen". De laatste fase is de vorming van boekingen in gereguleerde boekhouding.

Reducerende factoren voor HP en SP

De taak van kostenschatters is om het bedrag van de uitgaven (ramingen) te berekenen voor de uitvoering van bepaalde werken of diensten. Meestal zijn dergelijke specialisten vereist in bouworganisaties en industriële faciliteiten wanneer het nodig is om te berekenenoverheadkosten (NR) en geschatte winst (SP). De berekening van de reductiefactor is afhankelijk van de indexering van de geschatte kosten.

Indexering kan van invloed zijn op elke uitgave of alleen op het bedrag van de directe kosten in de raming (CMP). Welke reductiefactor wordt in elk geval gebruikt? Als elke kostenpost geïndexeerd is, is de coëfficiënt afhankelijk van het soort werk. Voor nieuwbouw en reconstructie van woonvoorzieningen is de waarde van de indicatoren respectievelijk 0,85 (naar NR) en 0,80 (naar SP). Bij het implementeren van technologische processen neemt de waarde van de coëfficiënten toe tot 0,90 en 0,85. Als alleen directe kosten worden geïndexeerd, worden de coëfficiënten niet toegepast.

De opgegeven waarden worden niet gebruikt als er wordt gewerkt aan de bouw van bruggen, tunnels, metro's, kerncentrales. Organisaties die werken met het vereenvoudigde belastingstelsel passen daarnaast een reductiefactor van 0,94 toe, maar kunnen geen factor 0,7 toepassen op overheadnormen.

Gezondheidszorg

Atherogeniciteit is de verhouding tussen "slechte" en "goede" lipiden in het menselijk lichaam. Artsen gebruiken de overeenkomstige coëfficiënt om de gezondheid van elke persoon te beoordelen en de risico's op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten te identificeren.

De coëfficiënt geeft een duidelijk beeld van wat een persoon eet, op welk niveau zijn stofwisseling is. Het wordt gemeten in mmol/l bloed. De coëfficiënt wordt berekend door de verhouding van lipoproteïnen met lage dichtheid tot lipoproteïnen met hoge dichtheid. De norm is de waarde van de indicator inbinnen 2, 2-3, 5 mmol / l. In sommige laboratoria wordt de bovenste waarde verlaagd tot 3,0. Als de atherogene coëfficiënt wordt verlaagd tot 1,90-2,20, duidt dit niet op de aanwezigheid van ziekten in het menselijk lichaam. De belangrijkste redenen voor de daling van de indicator:

• Regelmatig gebruik van statines om de bloedlipiden te verlagen;
• regelmatige lichaamsbeweging (zeer zeldzaam, aangezien een persoon met een stofwisselingsstoornis vaak overgewicht heeft);
• op een cholesterolarm dieet blijven;
• oestrogeen, antischimmelmiddelen innemen.

Hoe te berekenen?

De formule voor het berekenen van de atherogeniteitscoëfficiënt:

Ka=(CHLDL + CHLDL) / HDL of Ka=(Totaal cholesterol - HDL) / HDL waarbij:

• CHLDL - lipoproteïne-cholesterol met lage dichtheid;
• HDL - lipoproteïne-cholesterol met hoge dichtheid.

Een coëfficiëntwaarde van meer dan 4 betekent dat cholesterolplaques zich ophopen op de wanden van bloedvaten, waardoor de klaring van kanalen wordt verminderd.

Elektrotechniek

De werking van de transformator is gebaseerd op inductie. Wanneer de stroom door de primaire wikkeling gaat, wordt in de kern een magnetische flux gevormd, die een EMF opwekt. Het bestaat alleen in de kern en is hetzelfde in alle secties. De EMF-waarde wordt bij elke beurt bepaald. Op basis van de stroomweerstand in elke wikkeling wordt het type apparatuur bepaald. De step-down transformatorverhouding is minder dan 1, en de step-up transformator is groter dan één.

Afschrijvingen

Sinds 2009jaar worden ook reductiefactoren toegepast op afschrijvingsobjecten. Het gebruiksrecht moet worden vastgelegd in de grondslagen voor financiële verslaggeving van de organisatie en in de bijbehorende volgorde. Een onderneming kan slechts één coëfficiënt in een vast bedrag gebruiken.

Coëfficiënt 2 kan worden gebruikt in agressieve omgevingen of in ploegendiensten. Deze term verwijst naar een combinatie van factoren die een verhoogde slijtage van een object tijdens bedrijf veroorzaken, contact met een explosieve, ontvlambare, giftige omgeving, wat kan leiden tot een noodgeval. Deze categorie omvat ook besturingssystemen die in de winter bij lage temperaturen of bij afwezigheid van wegen worden gebruikt. De belastingplichtige stelt zelfstandig de lijst van dergelijke voorwerpen vast, rekening houdend met de vereisten van de technische documentatie. De coëfficiënt wordt alleen toegepast in de maanden waarin aan de voorwaarden voor toepassing is voldaan.

Onder "verhoogde ploegendienst" wordt verstaan het gebruik van apparatuur in technologische processen, waarvan de duur is afgestemd op de duur van de werkploeg. Dat wil zeggen, bij een 24-uurs of drieploegendienst van materieel kan een organisatie een afschrijvingsfactor van 2 op het basistarief toepassen.

De coëfficiënt is alleen van toepassing op die objecten die bij de onderneming zijn geregistreerd. OS dat is overgedragen voor gratis gebruik, voor conservering, wordt verbouwd en gemoderniseerd, zijn uitgesloten van deze lijst.

Voorbeeld 2

De organisatie kocht apparatuur in leasing. De kosten van vaste activa onder het contract bedragen 1,75 miljoen roebel. Volgens de grondslagen voor financiële verslaggeving worden afschrijvingen lineair in rekening gebracht. Volgens de OS-classificatie behoort de gekochte apparatuur tot de vierde groep, dat wil zeggen dat de levensduur 7 jaar is. NU heeft een afschrijvingstermijn van 84 maanden met een factor 3.

Afschrijvingspercentage=1: 84 x 100=1,19%.

Opgelopen maandelijks=1,75 x 1,19% x 3=0,062475 miljoen roebel

Dat wil zeggen, 62.475 roebel wordt per maand in rekening gebracht

Laten we de voorwaarden van het vorige voorbeeld wijzigen. Volgens de grondslagen voor financiële verslaggeving worden afschrijvingen op niet-lineaire basis in rekening gebracht. Kunst. 259 van het belastingwetboek voorziet in een afschrijvingspercentage voor leasingovereenkomsten van 3,8%.

Afschrijvingsbedrag=1,75 x 0,038 x 3=0,1995 miljoen roebel.

Dat wil zeggen, 199.500 roebel wordt per maand in rekening gebracht